CHRITH over
Energie-efficiënt bouwen = luchtdicht bouwen
Bij zeer goed geïsoleerde gebouwen is de luchtdichtheid om twee redenen van groot belang:
- om energieverlies door kieren te voorkomen,
- om koude plekken en daarmee condenswater vorming en eventuele vocht schade aan de constructie te voorkomen.
Luchtdichtheid betekent dat er een doorgaande luchtdichte schil aan de binnenkant van hele gebouw is waardoor geen ongecontroleerde luchtstroom of tocht ontstaat.
Luchtdichtheid is niet te verwisselen met dampdichtheid. De buitenschil van een huis met natuurlijke isolatiematerialen zoals stro of kalkhennep is luchtdicht (geen luchtstromen), maar wel dampopen (uitwisseling luchtvochtigheid binnen en buiten).
Bij een met leem afgewerkte strowand vormt de leemstuc de luchtdichte (dampopen) laag. Bijzondere aandacht is nodig bij de aansluitingen van de buitenwand naar andere bouwdelen: overgang naar vloeren, dak, binnenwanden en wandopeningen. Overal dus waar de leemstuc niet doorloopt en kieren zouden kunnen ontstaan. Hier worden speciale folies aangebracht die later in de leemlaag ingebed worden.
Hier wat voorbeelden van de luchtdichte folie aansluitingen voor dat er gestuukt werd:
Folie aansluitingen met tussenvloer, raamopening en binnenwand.
Folie aansluitingen rond om de raamopening.
De luchtdichtheid kan worden getest middels een Blowerdoor-test.
De apparatuur wordt in de deuropening geplaatst. Via de ventilator (beneden op het foto) wordt er een over- of onderdruk tot stand gebracht om lekkages op het spoor te komen.