CHRITH over
Circulair en ecologisch zijn woorden die je tegenwoordig overal tegenkomt:
Circular "blue" economy, cradle-to-cradle, ecologische voetafdruk …
Wat betekent circulair ecologisch bouwen voor ons?
In de 17e eeuw begon men empirisch te onderzoeken hoe leven in de natuur ontstaat. Men zag dat vliegen en rupsen niet spontaan door een goddelijke ingreep uit rottend afval ontstaan, maar dat ze groeien uit eitjes die er door insecten zijn gelegd. De kringlopen en ketens van de natuur werden ontdekt.
In der 21e eeuw zijn wij er mee bezig de werkwijzen van de natuur voor onze 'eigen' economische en maatschappelijke systemen te herontdekken. Een lineaire, op een enkel doel gerichte denkwijze maakt plaats voor circulaire benaderingen, uitwisseling en netwerk-denken.
De meeste processen in de biologie verlopen in cirkelvormige ritmes. De levenscyclus van een organisme bestaat uit vorming en groei, bloei en voortplanting, verval en sterven. De dood van het ene organisme biedt voedingsstoffen voor een ander. Koolstof, zuurstof en stikstof worden in eeuwig herhalende kringlopen uitgewisseld.
Circulair bouwen bekent denken in kringlopen. Er wordt naar de hele levensloop van een gebouw gekeken: vanaf de winning van een grondstof, over de bouw- en gebruiksfase tot sloop en hergebruik. Daarbij gaat het om aspecten als de totale CO2-voetafdruk, architectonische kwaliteit en transformatie mogelijkheden voor een lange levensduur, hernieuwbare materialen en het vermeiden van niet recyclebaar, schadelijk afval.
In de natuur staat niets los van elkaar. In een ecosysteem is er relatie tussen de kleinste en grootste levensvormen, met elkaar verbonden in voedselketens, door concurrentie, symbiose of paratisme van elkaar afhankelijk. Zij vormen een netwerk dat perfect is afgestemd op elkaar en aangepast aan omgeving en klimaat.
Ecologisch bouwen houdt rekening met de complexiteit van een gezonde leefomgeving en de impact van het bouwen op het milieu. Ook hier staat niets los van elkaar: gebruiker, omgeving, vormgeving, materialiteit en techniek vormen uiteindelijk een eenheid. Net zoals de omgeving en de wensen van de gebruiker het ontwerp beïnvloeden, zou het gebouw weer invloed hebben op de locatie, het welzijn van de gebruiker en het groter verband.